Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Een kwart van woonwinkels verdwenen in 15 jaar

De woon- en interieurbranche staat al jaren onder druk door de snelle opmars van e-commerce. Uit een recent rapport van Rabobank blijkt dat sinds 2010 maar liefst 25% van de fysieke woonwinkels in Nederland is verdwenen. Waar het er in 2010 nog 11.489 waren, bleven er op 1 januari 2025 nog 8.567 over. Een duidelijke indicatie van de verschuivende winkelgewoonten van de Nederlandse consument.

De groei van e-commerce blijft onverminderd doorgaan. In 2024 gaven Nederlandse consumenten €36 miljard online uit, een stijging van 5% ten opzichte van 2023. Hoewel food en near-food goed zijn voor slechts 8% van die omzet, is het aandeel van non-food, waaronder wonen en interieur, vele malen groter. In totaal werd er vier keer meer online besteed aan non-food dan aan foodproducten.

Volgens Rabobank is het online omzetaandeel in sommige non-food sectoren, zoals consumentenelektronica en speelgoed, al goed voor 40-50% van de totale bestedingen. Hoewel de interieurbranche niet apart is uitgesplitst, past de sector naadloos in deze trend. De consument oriënteert zich online, vergelijkt prijzen, bekijkt stijlen en laat zich inspireren via sociale media, om vervolgens met één klik te bestellen. De rol van de fysieke winkel is hierdoor wezenlijk veranderd.

Meer meters
Opmerkelijk is dat het totaal aantal winkelmeters in de non-foodsector weliswaar met 1,6 miljoen vierkante meter is afgenomen sinds 2010, maar dat de gemiddelde woonwinkel juist groter is geworden. Vooral buiten de stadscentra — denk aan meubelboulevards en retailparken — is een schaalvergroting zichtbaar. Grote spelers als Ikea of Hornbach compenseren het verdwijnen van tientallen kleinere binnenstadwinkels door vestigingen met een enorm oppervlak te openen.

De verschuiving van dure binnenstadslocaties naar goedkopere locaties aan de rand van steden is dan ook duidelijk zichtbaar. Woonwinkels kiezen steeds vaker voor bereikbaarheid en parkeergelegenheid boven zichtbaarheid in de winkelstraat.

Stabilisatie in zicht?
Toch is het niet alleen maar kommer en kwel voor de stenen winkel. Rabobank signaleert dat het online omzetaandeel in diverse non-foodsectoren inmiddels lijkt te stabiliseren. De explosieve groei tijdens de coronajaren is afgevlakt, en consumenten blijven de meerwaarde van een fysieke winkel waarderen — vooral wanneer het gaat om beleving, persoonlijk advies en het fysiek ervaren van materialen en kleuren.

Woonwinkels die inzetten op sfeer, inspiratie en persoonlijk contact kunnen zich dus nog altijd onderscheiden. Volgens Rabobank is er "werk aan de winkel" om de aantrekkelijkheid van fysieke winkelgebieden te verhogen. Winkels moeten meer zijn dan slechts een verkooppunt; ze moeten een bestemming worden.

Conclusie
De woonretail ondergaat een fundamentele transformatie. Waar vroeger kwantiteit telde, draait het nu om kwaliteit en beleving. Fysieke winkels verdwijnen, maar maken plaats voor grotere en vaak beter doordachte concepten. De consument verandert, en wie succesvol wil blijven in de wereld van wonen en interieur, zal mee moeten veranderen.

Lees hier volledige rapport van Rabobank, dat verdiepende inzichten biedt in trends en wat ze betekenen voor de toekomst van de retailsector.