Tijdens de aandeelhoudersvergadering van dinsdag 18 maart kwam rederij Maersk, een van de grootste scheepvaartbedrijven ter wereld, onder zware kritiek te staan van pro-Palestijnse activisten. Wereldwijd werden er protesten gehouden tegen het Deense bedrijf vanwege het transporteren van militaire goederen, waaronder wapens en raketonderdelen, naar Israël en andere conflictgebieden.
Vincent Clerc, CEO van Maersk.
Activisten en 70 ngo's beschuldigen Maersk ervan betrokken te zijn bij de verzending van oorlogsmateriaal voor het Israëlische leger, wat zou bijdragen aan de conflicten in Gaza en de Westelijke Jordaanoever. In Antwerpen voerden activisten van Free Palestine actie voor het havenhuis. Carmen Claessen, een van de woordvoerders, verklaarde: "Maersk vervoert moordmachines, materiaal dat gebruikt wordt voor het doden van Palestijnen, zoals raketonderdelen en tanks die door woonwijken op de Westelijke Jordaanoever rijden."
De kritiek is niet nieuw; de druk op Maersk is recent fors toegenomen, met meerdere protesten in verschillende landen. Aandeelhouders in Denemarken vroegen het bedrijf via een stemming om te stoppen met het vervoeren van militaire ladingen, maar de directie wees dit verzoek af.
CEO Vincent Clerc van Maersk reageerde op de kritiek tijdens de vergadering door te benadrukken dat het bedrijf geen wapens of munitie naar actieve conflictzones verscheept. "Maersk heeft een strikt beleid met betrekking tot wapens en munitie, en wij staan achter dit beleid," verklaarde Clerc. Hij erkende wel dat het bedrijf betrokken is bij het vervoeren van militaire apparatuur, maar benadrukte dat het transport van oorlogsmateriaal strikt gereguleerd is.
Desondanks blijft de kritiek voortduren, waarbij tegenstanders stellen dat de rol van Maersk in de logistiek van militaire goederen niet zonder gevolgen is. De internationale protesten tegen het bedrijf zijn daarmee een nieuw hoofdstuk in de discussie over de ethische verantwoordelijkheid van bedrijven in conflictgebieden.
Meer informatie:
Maersk
www.maersk.com