De handelsoorlog lijkt door de robuuste Nederlandse groei voorlopig niet voor een recessie te gaan zorgen. Europese investeringsbeloften hebben voor 2026 en daarna juist een mild positief effect. Wel lijken mogelijke Europese vergeldingstarieven en investeringen een mild inflatoir effect te hebben terwijl inflatie in Nederland al te hoog is.
De afgelopen weken hebben aardverschuivingen op geopolitiek vlak met zich meegebracht. Ook op economisch gebied zijn er grote veranderingen geweest die een flinke uitwerking op de wereldeconomie kunnen hebben. Denk aan de hogere importheffingen uit de VS en de daardoor getroffen landen, de belofte van hogere Europese defensie-uitgaven en het loslaten van de Duitse schuldenrem. Hoewel de situatie ongeveer elk uur kan veranderen, is het toch goed om te kijken wat deze grote veranderingen mogelijk voor de Nederlandse economie kunnen betekenen.
Foto: Dreamstime.
Hogere handelstarieven leiden hoogstwaarschijnlijk niet tot recessie
De staal- en aluminiumheffingen die de VS op Europese producten ingevoerd heeft, treft ongeveer 26 miljard euro aan Europese goederenexport. Dat is weliswaar een behoorlijke uitdaging voor onze staalindustrie maar voor onze totale economie is dit voorlopig een klein effect. Zeker vergeleken met de heffingen waar Mexico, Canada en China mee te maken hebben. De EU heeft inmiddels de invoerheffingen op producten uit de VS ook verhoogd en treft daarmee invoer ter waarde van 26 miljard euro. Dit leidt tot hogere prijzen voor de consument. Maar omdat dit ook om een zeer beperkte hoeveelheid van de totale importen van de EU gaat, is de verwachte impact op onze totale inflatie in Europa hiervan verwaarloosbaar. Hetzelfde geldt voor de inflatie in Nederland.
Veel belangrijker voor Nederland is wat er in april zou kunnen gebeuren. Als de VS– zoals mee gedreigd door Trump – inderdaad 25% importheffingen op alle Europese producten invoert, dan gaat dat een grotere negatieve impact hebben op de Nederlandse export dan dat we eerder dachten. Tegelijkertijd is de impact naar verwachting ook niet desastreus: er zijn geen bedrijfstakken in Nederland die meer dan 10% van hun totale output naar de VS exporteren. Wel lijken andere bedrijfstakken in de EU, zoals de Duitse auto-industrie, het daardoor zwaar te gaan krijgen, wat een indirect negatief effect op de Nederlandse economie kan hebben.
Ook is de kans reëel dat de Europese Commissie grotere tegenmaatregelen neemt als de 25% tarieven doorgaan. Als dat om een substantieel pakket gaat, dan zou de Nederlandse inflatie tijdelijk verder toe kunnen nemen en – daardoor – de consumptie van huishoudens zwakker kunnen worden. Dit effect kan enigszins worden gedempt doordat er ook meer goedkoop aanbod van producten uit landen die ook door hogere Amerikaanse heffingen getroffen worden naar de EU komt. Denk hierbij aan bijvoorbeeld aan een land als China. Bij de huidige robuuste groei, die in ons land ook voor een belangrijk deel wordt gedreven door groei van de binnenlandse vraag, lijken al deze effecten zonder noemenswaardige verslechtering van het sentiment in de wereldeconomie niet tot recessie te gaan leiden.
Europese defensie-uitgaven nemen toe, maar geven milde impuls voor de economie
De verwachtingen over Europese defensie-uitgaven zijn – na al een flinke versnelling in 2024 – vorige week sterk toegenomen. Het plan van de Europese Commissie om snel defensie-uitgaven te laten verhogen door de begrotingsregels tijdelijk te versoepelen en een fonds om uit te lenen in het leven te roepen zorgt voor verwachtingen van flink hogere defensie-uitgaven. Zeker omdat het de bedoeling is dat de uitgaven binnen Europa gebeuren.
Toch is de vraag in welke mate dit de groei gaat stimuleren. Ondanks de vrijbrief van de Commissie om extra uit te geven is het de vraag of beleggers hoge(re) tekorten van Europese landen met grote schulden zullen accepteren. Het lijkt reëel dat landen ook wat zullen bezuinigen op andere posten om het begrotingstekort binnen de perken te houden. Ook voor Nederland speelt die vraag nu, zeker omdat de begroting al een uitdagende puzzel lijkt te worden bij de voorjaarsbesluitvorming. Daarnaast is de productiecapaciteit in Nederland, net als in de rest van de EU, voorlopig beperkt en zal er mede daardoor op korte termijn een flinke hoeveelheid extra materieel geïmporteerd moeten worden. Die factoren dempen de positieve impact die voor de Nederlandse economie te verwachten is.
Door krapte in onze economie zijn extra defensie-uitgaven een opgave
Voor sommige landen komt extra defensieproductie gelegen omdat de economie zwak presteert. Denk aan Duitsland bijvoorbeeld. Voor Nederland – met veel krapte in de economie – is het vooral een lastige opgave om de defensie-uitgaven te verhogen. Als ook in Nederland de defensie-uitgaven worden verhoogd ten koste van een hoger overheidstekort, dan zullen deze extra binnenlandse bestedingen in ons land vooral bijdragen aan wat extra inflatie. Defensie gaat dan namelijk met bestaande vraag om schaarse middelen concurreren. Voor 2026 en daarna lijkt er daarom slechts een milde economische impuls uit te kunnen komen. De relatief kleine Nederlandse defensie-industrie kan hard groeien maar dat zal deels ten koste van ander sectoren gaan.
De verwachte grotere Duitse overheidsuitgaven vergroten Nederlandse export
In Duitsland heeft het historische akkoord over het loslaten van de schuldenrem voor defensie-uitgaven en het oprichten van een fonds van 500 miljard euro voor infrastructuuruitgaven gezorgd voor een potentiële breuk met decennialang zuinig overheidsbeleid. Potentieel, want er is nog geen officieel akkoord en ook hier kunnen bezuinigingen op andere begrotingsposten nog niet uitgesloten worden. Als de voorgestelde plannen inderdaad doorgaat, betekent dit een flinke impuls voor de Duitse economie waar ook Nederlandse exporteurs van kunnen profiteren.
Voor 2025 domineren milde negatieve effecten, de investeringsimpulsen komen later
De totale impact van dit alles op de Nederlandse economie is hoogst onzeker en complex. Door onze robuuste economie lijken mogelijk hoge importheffingen in april onze groei in 2025 weliswaar te verminderen, maar lijkt een recessie op basis van heffingen niet te verwachten tenzij een grote escalatie volgt. Wel kan de inflatie weer wat hoger worden door Europese tegenheffingen, maar verwacht ook daar geen grote effecten dankzij extra aanbod op onze eigen markt. Later, vanaf 2026 en daarna lijken de investeringsaankondigingen de groei en inflatie mild te stuwen. Omdat de inflatie ook in 2025 en 2026 nog boven het streefniveau van 2% lijkt te blijven, zal dit aanvankelijk een groter probleem te zijn dan afkoelende economische effecten van de hogere handelstarieven.
De hogere rente schiet te hulp om inflatie te beteugelen maar remt ook de groei
Bij al hoge inflatieverwachtingen zijn milde extra inflatoire effecten niet per se welkom. Tegelijkertijd is de ECB de rente aan het verlagen omdat de inflatie op Europees niveau onder controle wordt geacht. Maar waar de ECB steeds minder hulp biedt om inflatie naar beneden te krijgen, hebben de verwachtingen van grotere Europese investeringen door beleggers ervoor gezorgd dat de lange rente recent sterk omhoog is geschoten. Dit heeft juist een dempend effect op de groei en inflatie, al is de vraag hoe lang dit aanhoudt. Als alle bovenstaande grote bewegingen in de wereldeconomie daadwerkelijk doorgaan, zou de lange rente inderdaad langer hoog kunnen blijven en de economie en inflatie langer afremmen. Ook dat draagt bij aan een gematigder uiteindelijk effect van de grote potentiële veranderingen in de wereldeconomie dan je wellicht in eerste instantie zou denken.
Meer informatie:
ING
www.ing.be