Onlangs dreigde aankomend president Trump met hogere importtarieven. Wat zou dat betekenen en hoe kunnen we het beste reageren? In de Najaarsraming heeft De Nederlandsche Bank een scenario uitgewerkt. Die ziet er als volgt uit:
Donald Trump kondigde aan dat hij van plan is na zijn aantreden hogere importtarieven te heffen voor goederen uit Mexico, China en Canada. Het bericht alleen al leidde al tot een waardedaling van de munten in die landen. Voor andere landen oppert hij een algemeen tarief van 10%-20%. De invoering van hogere Amerikaanse importtarieven is slecht voor de wereldhandel en dus ook voor Europa. Om een idee te krijgen van de gevolgen voor de Nederlandse economie, hebben we in de Najaarsraming van 12 december jl. de mogelijke effecten doorgerekend.
Hoe het daadwerkelijk zou uitpakken voor de Nederlandse economie, hangt af van de hoogte van het invoertarief, en of de verhoging voor alle producten geldt of voor een aantal ervan. Ook maakt het uit of de geraakte landen zullen terugslaan met hogere tarieven op Amerikaanse producten. Als ze reageren met tegenmaatregelen ontstaat een escalatie van tarieven die kan uitmonden in een handelsoorlog met financiële onzekerheid en afnemend vertrouwen tot gevolg. De wereldeconomie zal nog sterker uiteenvallen in verschillende blokken van landen dan nu het geval is.
Afbeelding ter illustratie. © motortion | Dreamstime.com
Uitgangspunten van het scenario
In het scenario dat we hebben doorgerekend voert de VS in de loop van 2025 stapsgewijs een importtarief in van 60% op alle goederen vanuit China en van 10% op goederen vanuit Europa en de rest van de wereld. Op hun beurt heffen deze landen met een kwartaal vertraging een gelijk tarief op de invoer van goederen uit de VS.
Wereldwijd meer onrust en minder economische groei
In onze berekeningen leidt het handelsconflict direct tot onrust op de financiële markten. Omdat er meer economische onzekerheid is, lopen investeerders meer risico en willen ze meer geld ontvangen voor hun investering. Wereldwijd lopen investerings- en risicopremies in het scenario op met een kwart tot een halve procentpunt. Hierdoor nemen de financieringskosten van bedrijven toe. Aandelenkoersen dalen en het producenten- en consumentenvertrouwen neemt af.
De economische groei komt lager uit doordat de buitenlandse handel afneemt. De verminderde Amerikaanse bestedingen leiden tot een lagere uitvoergroei van landen naar de VS. En de wereldwijd verhoogde invoertarieven remmen de invoer van alle landen. Toenemende onzekerheid, dalende investeringen en hogere prijzen drukken de wereldwijde economische groei nog verder.
Ook minder groei van de Nederlandse economie
In 2023 ging ongeveer 6% van de Nederlandse goederenuitvoer naar de VS. Dat lijkt niet zoveel, maar toch kan de Nederlandse economie aanzienlijke schade oplopen door Amerikaans protectionisme. Niet alleen direct door minder export naar de VS, maar ook indirect door de nadelige gevolgen voor de handel met andere landen die last hebben van de handelsoorlog.
Als gevolg hiervan ligt het volume van de voor Nederland relevante wereldhandel in 2025 en 2026 gemiddeld 3% lager. Met name in 2026 leidt de daling van de wereldhandel tot minder groei van de Nederlandse export.
Door de afnemende vraag wereldwijd, oplopende kapitaalkosten en dalend vertrouwen nemen ook de bedrijfsinvesteringen af. Hoewel Nederland aanvankelijk nog wat kan profiteren van de sterk gestegen dollar (die onze producten goedkoper maakt) valt de economische groei in 2025 en vooral in 2026 flink terug.
De werkloosheid stijgt in 2026 tot 4,5%. De hogere werkloosheid in combinatie met lagere inkomens en gedaalde aandelenkoersen zorgen ervoor dat mensen in Nederland minder geld uitgeven.
Effect op Nederlandse inflatie
Die is beperkt, ondanks de stijging van de invoerprijzen. Dat komt doordat de vraag naar producten afneemt en de Europese Centrale Bank (ECB) in het scenario de rente verhoogt om de inflatie te bestrijden. In 2025 en 2026 komt de inflatie ieder jaar circa 0,4 procentpunt hoger uit dan zonder Trumps aangekondigde handelsbeleid. De impact op het Nederlandse begrotingstekort blijft relatief klein. Dit komt doordat de extra inkomsten uit invoerheffingen het verlies door de lagere economische groei deels compenseren.
Vooral voor de VS pakt het niet goed uit
De VS prijst zich met de hogere invoertarieven uit de wereldmarkt. Dat komt doordat de buitenlandse goederen die het land voor eigen productie in de VS nodig heeft, duurder worden. Dus Amerikaanse producten worden duurder en de export van de VS neemt sterk af.
Bovendien zorgen de hogere invoerprijzen voor meer inflatie in de VS. Dat vermindert de koopkracht van Amerikaanse burgers en hun consumptie. Door de verminderde vraag naar producten en hogere kapitaalkosten dalen de aandelenkoersen en ook de bedrijfsinvesteringen flink.
Vanwege die oplopende inflatie verhoogt de Amerikaanse centrale bank – de Federal Reserve – de beleidsrente. Als gevolg daarvan stijgt de waarde van de dollar, wat de Amerikaanse export nóg duurder maakt op de wereldmarkt. Uiteindelijk zal de groei van het bruto binnenlands product (bbp) in de VS in 2025 en 2026 gemiddeld ongeveer 1 procentpunt per jaar lager zijn dan zonder Trumps aangekondigde handelsbeleid.
Onze aanbeveling
Het scenario laat nog maar eens zien hoe belangrijk internationale handel is voor de Nederlandse economie. Het is heel belangrijk dat Nederland, in Europees verband, ervoor pleit om de internationale handel zo min mogelijk te belemmeren. Een 'oog om oog, tand om tand'-tarievenoorlog kan op korte termijn een voor de hand liggende reactie lijken, maar het leidt voor alle betrokken landen tot minder economische groei.
Door handelsbelemmeringen worden bedrijven namelijk ook minder productief en concurrerend. Het is juist belangrijk om de concurrentie en productiviteit te vergroten. Een dreigende handelsoorlog maakt versterking van de Europese binnenmarkt nog belangrijker. Het Draghi-rappor over de toekomst van het Europese concurrentievermogen doet hiervoor concrete voorstellen.
Meer informatie:
De Nederlandsche Bank
www.dnb.nl