Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Verschil in welvaart per gebied is groot

In Nederland zijn er grote verschillen in de brede welvaart tussen verstedelijkte en niet-verstedelijkte gebieden. Over het algemeen is de brede welvaart in het landelijke gebied hoger dan in de steden. In drie clusters van landelijke gemeenten is de brede welvaart opvallend hoog. Op het platteland in het noordoosten van Nederland is de brede welvaart juist substantieel lager. Dit blijkt uit de regionale Monitor Brede Welvaart 2024 van het CBS, gemaakt in opdracht van het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening.


Foto: Dreamstime.

In het landelijke gebied zijn drie grote clusters van gemeenten met hoge brede welvaart 'hier en nu' (de kwaliteit van leven van de huidige generatie) en 'later' (de economische, menselijke, natuurlijke en sociale hulpbronnen voor volgende generaties). Deze gemeenten liggen in de provincie Utrecht, de Metropoolregio Eindhoven (MRE) en rond het midden van de provincie Overijssel.

In deze clusters hebben mensen gemiddeld hoge tevredenheid met het leven, goede gezondheid, weinig problematische schulden, goede arbeidsprestaties, veiligheid en een schoon milieu. De kansen voor de volgende generaties zijn goed. Vermogens zijn relatief hoog en sociaal kapitaal en menselijk kapitaal zijn sterk.



Substantieel lagere brede welvaart in het noordoosten van Groningen en in Drenthe
In de zeven landelijke gemeenten in het noordoosten van Groningen en in Drenthe is de brede welvaart voor de meeste thema's van de brede welvaart 'hier en nu' lager dan in gemeenten met een hoge brede welvaart, zoals die in Overijssel. In het noordoosten van Groningen en in Drenthe heeft 68 procent van de bevolking ten minste een startkwalificatie, in Overijssel 76 procent. Ook heeft 63 procent van de bevolking overgewicht, tegenover 51 procent in Overijssel. De levensverwachting is meer dan twee jaar korter. Daarnaast zijn er in deze zeven landelijke gemeenten 62 procent meer emissies van fijnstof naar lucht dan in Overijssel.

Ook op alle aspecten van brede welvaart 'later' scoort deze regio lager dan de Overijsselse gemeenten met een hoge brede welvaart. Zo hebben huishoudens in deze regio slechts een derde van het vermogen van de huishoudens in Overijssel. Per inwoner is er 70 procent minder natuurgebied.

Ook hebben mensen in de landelijke Groningse en Drentse gemeenten veel minder vertrouwen in instituties (12 procentpunten minder) en in andere mensen (17 procentpunten minder) dan in Overijssel.

Lagere brede welvaart in stedelijke gemeenten
Sterk en zeer sterk stedelijke gemeenten hebben over het algemeen een lagere brede welvaart dan minder stedelijke en landelijke gemeenten. Dat geldt voor de huidige generatie (de brede welvaart 'hier en nu') en voor de kansen van de volgende generaties (de brede welvaart 'later').

Dat is goed te zien in de vier grote steden, de Brabantse stedenrij (van Bergen op Zoom tot Oss) en in de steden van Zuid-Limburg (Maastricht, Roermond, Sittard-Geleen en Parkstad Limburg). Deze gemeenten tellen meer mensen met problematische geregistreerde schulden, een slechtere gezondheid en er is een hogere werkloosheid. Verder worden er hogere emissies van fijnstof gemeten. Maar er zijn ook kortere afstanden tot voorzieningen, wat bijdraagt aan hogere brede welvaart.

Op het gebied van brede welvaart 'later' is er sprake van minder sociale samenhang, lagere vermogens, minder natuur en minder menselijk kapitaal.

In vrijwel alle gemeenten neemt de brede welvaart eerder toe dan af
De materiƫle welvaart en arbeid en vrije tijd (brede welvaart 'hier en nu') laten in 2024 in bijna alle gemeenten een trendmatige stijging zien. Het (mediaan) besteedbaar inkomen <toelichting>, de nettoarbeidsparticipatie en de bevolking met minimaal een startkwalificatie nemen toe, terwijl de werkloosheid afneemt. In de brede welvaart 'later' nemen ook de vermogens van huishoudens en de particuliere zonne-energie toe en dalen de broeikasgasemissies per inwoner.

Naast de overwegende toename van de brede welvaart in alle regio's, zijn er ook thema's waarbij er een afname zichtbaar is. In de meeste gemeenten groeit de afstand tot voorzieningen en in veel gemeenten groeit het percentage met problematische geregistreerde schulden.

Opvallend is de daling van de brede welvaart 'hier en nu' van het thema samenleving in sterk en zeer sterk verstedelijkte gemeenten. Mensen hebben minder vaak contact met familie, vrienden of buren, er is een afname van vrijwilligerswerk en van tevredenheid met het sociale leven.

Publicatiedatum: