Ikea Duitsland stelt 6 miljoen euro beschikbaar voor een nieuw op te richten welzijnsfonds, als vrijwillige compensatie voor slachtoffers van het voormalige communistische regime in Oost-Duitsland. In gevangenissen werden deze gevangenen destijds gedwongen om onderdelen te maken voor het meubelbedrijf. Het fonds, dat wordt opgezet in samenwerking met de Duitse Bondsdag, is een initiatief dat ondersteuning moet bieden aan deze groep voormalige politieke gevangenen. Dat meldt European Interest.
Volgens Evelyn Zupke, speciaal vertegenwoordiger van de Bondsdag voor slachtoffers van de voormalige Duitse Democratische Republiek (DDR), toont Ikea hiermee "een gewetensvolle benadering" van "de donkerdere hoofdstukken in de bedrijfsgeschiedenis." Hoewel de gevolgen voor de gevangenen niet ongedaan kunnen worden gemaakt, benadrukte Zupke dat Ikea hen op deze manier respect toont en bij specifieke noden kan ondersteunen. Hij gaf tevens aan dat Ikea niet wettelijk verplicht was om een bijdrage te leveren aan het fonds.
Gedurende de Koude Oorlog maakten meerdere Westerse bedrijven productieovereenkomsten met de DDR, waaronder Ikea. In sommige gevallen werden gevangenen gedwongen om deze productie uit te voeren. In 2011-2012 kwamen bewijzen aan het licht dat ook Ikea betrokken was bij deze praktijken. Een onderzoek door Ernst & Young, in opdracht van Ikea uitgevoerd, bevestigde dat sommige leidinggevenden binnen Ikea op de hoogte waren van de betrokkenheid van politieke gevangenen bij de productie.
Walter Kadnar, CEO van Ikea Duitsland, verklaarde dat het bedrijf "zodra het op de hoogte was" actie ondernam om de kwestie aan te pakken. Gezien de vooruitstrevende gedragscode voor leveranciers, was het volgens Kadnar vanzelfsprekend dat Ikea stappen wilde ondernemen om eerdere schendingen van mensenrechten of milieu te beperken. "We hebben de getroffenen beloofd dat we hen zouden ondersteunen", aldus Kadnar, die bevestigde dat het welzijnsfonds een middel is om die belofte waar te maken.
Dieter Dombrowski, voorzitter van de UOKG (de organisatie die de belangen van slachtoffers van het communistische regime behartigt), prees Ikea's stap als "baanbrekend" en hoopt dat andere bedrijven dit voorbeeld zullen volgen. Dombrowski, zelf voormalig politiek gevangene in de DDR en actief voorvechter op het gebied van dwangarbeidkwesties, wees erop dat gevangenen destijds zes dagen per week werkten in ploegendiensten en hiervoor slechts 18 tot 25 Oost-Duitse Mark per week ontvingen. Volgens Dombrowski profiteerden Westerse bedrijven destijds van winstmarges "hoger dan die vandaag de dag in China zijn."
Bron: European Interest