Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Duurdere huizen deels verantwoordelijk voor daling geboorten

Sinds 2010 is het geboortecijfer in Nederland aan het dalen. In dezelfde periode zijn de huizenprijzen sterk gestegen, waardoor het lastiger is geworden voor jongvolwassenen om een betaalbare, kindvriendelijke woning te vinden. Deze twee ontwikkelingen lijken onlosmakelijk met elkaar verbonden. In regio's waar de huizenprijzen het sterkst zijn gestegen, nam het geboortecijfer het meest af. Dit wijst erop dat de stijging van de huizenprijzen een belangrijke rol speelt in de daling van het geboortecijfer.

Het geboortecijfer is in de afgelopen 15 jaar sterk gedaald in Nederland. Waar in 2010 nog 184.000 kinderen werden geboren, waren dat er in 2022 slechts 168.000. Voorlopige cijfers voor 2023 laten een verdere daling zien naar 1,43 kinderen per vrouw. Dit is het laagste geboortecijfer sinds de Tweede Wereldoorlog.


Foto: Dreamstime.

Niet alleen in Nederland
Niet alleen in Nederland daalde de afgelopen jaren het geboortecijfer, maar ook in veel andere rijke landen, waaronder België, Frankrijk en de Verenigde Staten. Wetenschappers waren in eerste instantie wat verrast door het dalende kindertal. In het verleden waren dergelijke afnames namelijk vaak een gevolg van economische recessies. Maar omdat de meeste economieën zich na 2010 juist langzaam begonnen te herstellen van de financiële crisis uit 2008, geeft de economische conjunctuur in dit geval geen bevredigende verklaring voor de afname van het geboortecijfer. Recent onderzoek zoekt daarom naar alternatieve verklaringen, waarbij onder andere wordt gewezen op de minder stabiele partnerrelaties van jongvolwassenen en de toegenomen onzekerheid door de flexibilisering van de arbeidsmarkt.



Wooncrisis
Een andere verklaring die vaak wordt genoemd voor de dalende vruchtbaarheid is de wooncrisis. Krapte op de woningmarkt en stijgende huizenprijzen maken het lastig voor jongvolwassenen om een betaalbare woning te vinden die geschikt is voor het krijgen van kinderen. Bovendien zijn zij vaak een groot deel van hun inkomen kwijt aan woonlasten, waardoor ze minder geld overhouden om te investeren in eventuele kinderen. Als reactie hierop zouden zij het krijgen van kinderen uitstellen of zelfs afstellen. Trends op nationaal niveau voor het afgelopen decennium laten zien dat naarmate de huizenprijzen stegen, het geboortecijfer daalde. Waar de huizenprijzen sinds 2013 sterk zijn gestegen, is het kindertal per vrouw in dezelfde periode duidelijk gedaald. Tegelijkertijd zien we dat hogere huizenprijzen in de periode vóór 2013 juist samengingen met een hoger kindertal per vrouw.

Grote regionale verschillen
Om het verband tussen huizenprijzen en vruchtbaarheid nader te onderzoeken, gebruik ik gegevens over de 40 regio's van Nederland. Beide tonen aanzienlijke regionale verschillen. Het kindertal per vrouw lag in 2022 hoger in de meeste delen van de zogenaamde 'Biblebelt', het gebied dat zich uitstrekt tussen Zeeland en de omgeving van Zwolle. Er werden juist minder kinderen geboren in de regio's met grote (studenten)steden, zoals de regio's van Amsterdam, Groningen en Nijmegen. Kijken we naar de kaart met huizenprijzen, dan blijken die hoger te zijn in de stedelijke regio's in het westen van het land, vooral in het noordelijke deel van de Randstad. Daarentegen zijn woningen het goedkoopst in de regio's aan de grens, bijvoorbeeld in Oost-Groningen, Zeeland en Zuid-Limburg.

Over het algemeen lijkt er dus ook bij het vergelijken van regio's een verband te bestaan tussen hogere huizenprijzen en lagere geboortecijfers: in regio's waar de huizenprijzen hoger liggen, worden minder kinderen geboren. Dit geeft extra ondersteuning voor de verwachting dat de stijgende huizenprijzen medeverantwoordelijk zijn voor de daling van de vruchtbaarheid. Echter is het belangrijk om te beseffen dat het hier niet per se om een oorzakelijk verband hoeft te gaan: er zijn ook andere factoren die samenhangen met zowel het geboortecijfer als de huizenprijzen. Zo is bekend dat het geboortecijfer hoger ligt in regio's waar de religieuze betrokkenheid groter is, terwijl dit ook de regio's zijn waar de huizenprijzen gemiddeld genomen lager liggen.



Minder geboorten bij stijgende huizenprijzen
Om een beter beeld te krijgen van de impact van stijgende huizenprijzen op het geboortecijfer, onderzoek ik hoe het geboortecijfer en de huizenprijzen zich in verschillende regio's door de tijd hebben ontwikkeld. Een dergelijke analyse heeft het voordeel dat kenmerken van regio's die niet of nauwelijks veranderen over de tijd – zoals bijvoorbeeld de mate van stedelijkheid of de religiositeit – niet van invloed zijn op de resultaten. De daling van het kindertal per vrouw na 2010 vond plaats in alle regio's, net als de stijging van de huizenprijzen in de afgelopen jaren. Zo zijn in de stedelijke regio's in het westen, zoals in Groot-Amsterdam en de agglomeratie 's-Gravenhage, de huizenprijzen na 2010 eerder begonnen met stijgen en zijn ze veel sterker toegenomen dan in de rest van het land.

Bron: Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI)

Publicatiedatum: