Nederland loopt achter met de implementatie van de Europese richtlijn NIS2 die in oktober 2024 van kracht wordt. Nederlandse bedrijven mogen echter niet stilzitten, nu zij kritische vragen kunnen krijgen van klanten uit Duitsland en België, waar het wetgevingsproces wel volgens planning verloopt. NIS2 vereist immers dat bedrijven zich ervan vergewissen dat de cyberveiligheid van al hun leveranciers en klanten op orde is. Dat schrijft Julia Krauwer namens ABN Amro.
Foto: Dreamstime
NIS2 is de opvolger van de eerdere Network and Information Systems-richtlijn (NIS). Hoewel het een Europese wet is, werken verschillende landen met verschillende snelheden. Zo zijn Duitsland en België al bijna klaar voor de nationale implementatie, maar heeft de Nederlandse overheid aangegeven de deadline van 17 oktober hoogstwaarschijnlijk niet te gaan halen. De consultatie, waarbij marktpartijen hun feedback op de wetvoorstellen kunnen geven, is al een paar keer doorgeschoven. Hiermee loopt Nederland achter op zijn grootste handelspartners; Duitsland legt de laatste hand aan de wetteksten, en België presenteert binnenkort haar wetteksten ter goedkeuring.
Geen uitstel
Dit betekent voor Nederlandse bedrijven echter geen uitstel; niet alleen omdat het onverstandig is om de tijdrovende voorbereidingen uit te stellen, maar ook omdat klanten elders in Europa van hun Nederlandse leveranciers zullen eisen dat zij NIS2-compliant zijn. Kan dit niet worden gegarandeerd, dan riskeren deze leveranciers hun Europese klanten te verliezen. Grote bedragen staan hiermee op het spel. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) exporteerde Nederland in 2023 voor zo'n 500 miljard euro aan goederen binnen de Europese Unie, waarvan 241 miljard naar Duitsland en België.
Lees hier het complete artikel.