Om inzicht te verschaffen in de mate waarin mkb behoefte heeft aan financiering voor haar bedrijfsvoering en hoe succesvol die zoektocht naar externe middelen is, heeft CBS een enquête onder 5 000 ondernemingen afgenomen. De gehele zoektocht naar financiering is in beeld gebracht: van behoefte tot aan uitkomst. Ook de impact van kansen en belemmeringen die bedrijven ervaren in de bedrijfsvoering is onderzocht.
Van alle ondernemingen in het mkb in de business economy heeft 15 procent behoefte aan nieuwe externe financiering. Het gaat hierbij om vreemd vermogen of om eigen vermogen dat buiten het bedrijf of buiten het eigen geld van de ondernemer wordt gezocht. Van de bedrijven met een financieringsbehoefte zet 74 procent serieuze stappen om de mogelijkheden te verkennen en zijn de mogelijkheden bij 13 procent al bekend. Van de bedrijven die zich hebben georiënteerd of die al bekend waren met de mogelijkheden, besluit vervolgens 51 procent daadwerkelijk een financieringsaanvraag te doen. Daarvan is 86 procent succesvol. Zij krijgen het aangevraagde bedrag geheel of ten dele. Cijfers uit de Financieringsmonitor 2023 zijn gebaseerd op de periode juli 2022 tot juli 2023. De opvallendste uitkomsten zijn als volgt:
Behoefte aan financiering vergelijkbaar met vorige meting
De behoefte aan nieuwe externe financiering tussen juli 2022 en juli 2023 is vergelijkbaar met het voorgaande jaar. Toen had 16 procent van het mkb in de business economy financiering nodig, nu is dat 15 procent. De behoefte aan nieuwe externe financiering binnen de business economy is dit jaar voor alle sectoren vergelijkbaar met de vorige meting. Bedrijven in de sectoren landbouw en nijverheid hebben net als vorig jaar het vaakst een financieringsbehoefte: respectievelijk 22 en 25 procent. Bij jongere bedrijven is het percentage bedrijven met financieringsbehoefte hoger (20 procent) dan bij oudere bedrijven (14 procent). Bedrijven die geen externe middelen zoeken, doen een beroep op intern geld, willen onafhankelijk blijven van geldschieters, of zien geen kansen om te groeien.
Bedrijven met een externe financieringsbehoefte hebben een lagere solvabiliteit en liquiditeit dan bedrijven zonder behoefte aan externe financiering. Zij kunnen dus minder goed voldoen aan hun betalingsverplichtingen op zowel lange als korte termijn. Deze verschillen zijn statistisch significant.
Bank blijft belangrijkste kanaal voor oriëntatie
Van de ondernemers met een financieringsbehoefte neemt bijna driekwart ook daadwerkelijk stappen om zich te oriënteren op externe financiering. De bank blijft hierbij het belangrijkste kanaal voor het mkb: 60 procent oriënteert zich via de bank. Dit kanaal heeft in de afgelopen jaren wel aan populariteit ingeboet: in 2019 oriënteerde nog 80 procent de ondernemers zich via de bank. Na de bank worden de accountant en financieel adviseur het vaakst als informatiekanaal gebruikt.
Minder financieringsaanvragen, maar gezochte bedrag neemt toe
Van de mkb-bedrijven die behoefte hebben aan financiering én zich georiënteerd hebben op de mogelijkheden (of al bekend waren met de mogelijkheden), doet 51 procent ook daadwerkelijk een aanvraag. Voor het derde jaar op rij is het aantal bedrijven afgenomen dat tot een financieringsaanvraag komt. Vorig jaar was dit percentage nog 56 procent. De meest voorkomende reden om na oriëntatie toch geen aanvraag te doen, is dat er toch intern gefinancierd kon worden. Het gezochte bedrag aan externe financiering is, met een mediaan1) van 250 duizend euro, twee keer zo hoog als vorig jaar (125 duizend euro). Daarmee zet de toename van het gevraagde bedrag verder door; in de Financieringsmonitor van 2021 was het mediane gezochte bedrag nog 99 duizend euro.
Succespercentage neemt af, de rente neemt toe
Dit jaar is het percentage bedrijven met een deels of geheel succesvolle aanvraag 86 procent. Dit is lager dan vorig jaar toen dit 91 procent was, maar wel hoger dan in 2020 en 2021 (zie figuur 7.1.1). Deze afname is zichtbaar bij alle grootteklassen behalve het middenbedrijf. Daar nam het aandeel licht toe. Het percentage succesvolle aanvragen neemt toe naarmate de bedrijfsomvang toeneemt.
De mediane vaste rente die mkb-bedrijven dit jaar betalen is 5,1 procent2) en is toegenomen ten opzichte van vorig jaar. Toen was de mediane vaste rente nog 3,8 procent. Ook de variabele rente is dit jaar gestegen ten opzichte van de jaren hiervoor.
Verwachte toekomstige financieringsbehoefte blijft gelijk aan vorige meting
Dit jaar heeft een even groot aandeel bedrijven een verwachte toekomstige financieringsbehoefte als in de vorige meting. Twaalf procent van het mkb verwacht volgend jaar extern geld nodig te hebben. Dit geldt vaker voor jonge bedrijven dan voor oude bedrijven. Van de bedrijven die dit jaar een financieringsbehoefte hadden, voorziet bijna de helft ook het komende jaar weer een financieringsbehoefte. Bij bedrijven zonder huidige behoefte is dit 6 procent. Ook bedrijven die dit jaar niet succesvol waren in hun aanvraag hebben veel vaker een toekomstige financieringsbehoefte dan bedrijven met een (deels) succesvolle aanvraag.
Bron: Financieringsmonitor