De bouw gaat in 2024 een jaar tegemoet van krimp. Door minder activiteit bij woningbouwers, architectenbureaus en in de hout- en bouwmaterialenindustrie neemt het volume in de sector naar verwachting af met 2,5 procent. Andere subsectoren binnen de bouw blijven groeien: zo profiteren installatiebedrijven en ingenieursbureaus van opdrachten gerelateerd aan de energietransitie en klimaatuitdagingen. In 2025 ontstaat weer ruimte voor groei.
Een waslijst aan uitdagingen speelt de bouw momenteel parten. Door de gestegen rente zijn investeringen door overheid, bedrijven en particulieren in 2023 teruggevallen. Daardoor worden minder projecten opgestart, wat zijn weerslag heeft op de bouwactiviteit in de komende jaren. Tel daarbij op de stroperige vergunningverlening, een blijvend tekort aan bouwlocaties en bouwkosten die nog steeds op een hoog niveau liggen en alle ingrediƫnten voor een krimp in 2024 zijn aanwezig.
Sectorprognoses bouw
De factor rente speelt een belangrijke rol. ABN AMRO verwacht dat de Europese Centrale Bank (ECB) voorlopig geen verhogingen meer doorvoert, waardoor een onzekerheidsfactor wordt weggenomen. In de loop van 2024 ontstaat zelfs ruimte voor renteverlagingen. Dit betekent goed nieuws voor investeringen in bouwprojecten. In de tweede helft van 2025 zal de activiteit in de bouw hierdoor weer iets kunnen groeien.
Daling woningbouw door minder vraag in koopmarkt
De krimp in de woningbouw dient zich al langer aan en is het gevolg van een inzakkende vraag naar nieuwbouwwoningen in de koopmarkt. Door de snel gestegen rente is de animo bij particulieren voor een nieuwe woning tijdelijk ingezakt. Nu de lonen weer gestegen zijn en de werkgelegenheid op een hoog niveau blijft, trekt de vraag naar woningen weliswaar weer aan, maar de voorkeur van huizenzoekers gaat uit naar de aantrekkelijker geprijsde bestaande woningen. De hoge grondprijzen en bouwkosten zorgen ervoor dat nieuwbouwwoningen momenteel een duurdere optie zijn. Deze terugtrekkende beweging van particulieren zorgt ervoor dat verkoopquota moeilijker worden gehaald en aangeboden nieuwbouwwoningen vaker weer uit de verkoop worden gehaald.
Bovendien raakt de gestegen rente de voorfinanciering van ontwikkelaars en beleggers die in woningen investeren om te verhuren. De toenemende financieringskosten in samenhang met onzekerheid over de uiteindelijke opbrengsten door de dreiging van nieuwe wettelijke huurplafonds zorgen voor een afwachtende houding. Hierdoor komen minder nieuwe projecten voor huurwoningen van de grond.